Door: Gert Kramer Stentor 22-10-20
Jongeren van schrijfclub Nuwanda in Zutphen pennen corona van zich af: ‘Mijn typemachine baalt van mij’
Alleen op je studentenkamer. Niet op stap met je vrienden. Voor jongeren is de coronatijd een straf. Hoe ga je daarmee om en hoe raak je je coronastress kwijt? De jongeren van de Zutphense schrijfclub Nuwanda hebben een uitlaatklep: maak een kort verhaal over corona. Het is de bedoeling dat die schrijfsels, samen met andere korte verhalen, in de loop van 2021 worden gebundeld en uitgebracht.
Nuwanda is ruim twee jaar geleden opgericht door de Zutphense schrijvers Marita Coppes en Bas Steman. De schrijfclub telt zes jongeren en is vernoemd naar een personage uit de film Dead poets society. De groep komt eenmaal in de zes weken bijeen. Vanwege corona gebeurt dat nu online.
Schrijvers uitdagen en prikkelen
Aan de ene kant is dat handig, zegt Coppes. ,,Want een groot deel van de Nuwanda-jongeren studeert elders. Maar we missen wel het live contact met ze. Corona bepaalt ons leven en we praten er best veel over met z’n allen. Was soms heel persoonlijk. Op een gegeven moment dachten Bas en ik: eigenlijk moeten ze over corona schrijven in plaats van praten. Maar dan moeten we ze wél uitdagen en prikkelen.’’
Dus kregen de Nuwanda-schrijvers een speciale opdracht: beschrijf de coronabeleving vanuit een of meerdere voorwerpen in jouw kamer. Coppes: ,,Jongeren moeten veel binnen blijven. Dus hangen ze vaak op dezelfde bank, zitten ze veel op dezelfde stoel of gieten ze om de haverklap hetzelfde kopje vol koffie. Wat vinden die voorwerpen daar nou van? Zijn ze dat inmiddels helemaal beu, steeds hetzelfde gezelschap?’’
Mooie, verrassende verhaaltjes
,,Dat levert hele mooie, verrassende verhaaltjes op’’, vervolgt Coppes. ,,De jongeren bekijken corona vanuit een heel ander perspectief en dat prikkelt hun fantasie en creativiteit. We hebben de meeste verhaaltjes binnen en de oogst is mooi.’’Die oogst moet samen met andere korte verhalen worden gebundeld en uitgebracht. Coppes: ,,Bas en ik zijn aan het onderzoeken hoe we dat gaan doen, bijvoorbeeld in een boekje in eigen beheer. Het is de bedoeling dat dat dan in de Zutphense boekwinkels komt te liggen.’’
Twee jongeren van Nuwanda praten over corona en hoe ze daarover schrijven:
Anna Kranenburg (19, Zutphen), studente Duitse literatuur:
,,Toen Bas en Marita ons vroegen om over corona te schrijven vanuit het gezichtspunt van een voorwerp in je kamer, werd mijn fantasie meteen geprikkeld. Ik schrijf graag surrealistisch. Een beetje dromerig, met gebruik van veel metaforen. Ik koos mijn typemachine als een van de voorwerpen.
Ik heb dat ding gekocht bij de kringloop. In Groningen, waar ik studeer en op kamers zit. We moeten door corona nu zóveel online doen, dat ik m’n laptop wel een beetje zat was. Dus kocht ik een mooie, old school typemachine. Daarop schrijf ik m’n verhaaltjes voor Nuwanda. In mijn coronaverhaaltje baalt de typemachine er van dat-ie steeds met mij zit opgescheept.
Hij wordt in coronatijd vaak door mij gebruikt omdat ik bijna altijd thuis ben en daar is-ie wel klaar mee. Want de typemachine schrijft míjn verhalen, terwijl-ie zelf vol zit met eigen verhalen. Vooral fictie. Hij wil zijn ei kwijt en daar gaat m’n verhaal over. Ik maak een persoon van de typemachine.
Ik heb zelf ups en downs door corona. Als Rutte weer een persconferentie heeft gegeven met allerlei strenge maatregelen, beland ik even in een dip. Dan zie ik geen perspectief. Ik ben geen uitgaanstype, maar mis wel het contact met medestudenten en vrienden. Je zit toch een beetje opgesloten, hè. Ik ben m’n kamer soms heel erg zat. En mis vaak die stip op de horizon.’’
Voorpublicatie coronaverhaal Anna:
Mijn naam is Remington Ten Forty en ben een trotse eigenaar van een schrijfster. Dagenlang kan ik onbenut op de vensterbank staan, mijn toetsen verwarmend aan de binnenvallende zon, terwijl ik me amuseer met de voorbijtrekkende mensen. Nu zijn de straten leeg en is de schrijfster thuis. Weet u, ik ben meer dan een machine die de agressie verduurt van tikkende vingertoppen. Ook ikzelf schrijf wit papier vol verhalen bij het maanlicht wanneer ze de deur achter zich dichttrekt. Wanneer zal ze gaan?
Bram Braat (18, Zutphen), student werktuigbouwkunde:
,,Ik ben dankzij corona lid geworden van Nuwanda. Ik ben dit jaar begonnen aan m’n studie in Zwolle en dat middenin de coronatijd. Alles online. Ik ken misschien 10 van de 180 studenten van onze lichting. Vreselijk. Een sleur en best eenzaam. Feestjes en optrekken met m’n vrienden, dat mis ik het meest. Door corona ging ik heel veel lezen. Om die sleur te doorbreken.
Ik las De ontdekking van de hemel. Van Harry Mulisch. Dikke pil, maar ik had toch tijd zat. Daarna las ik veel werk van hedendaagse schrijvers. En kreeg ik zin om weer zelf te gaan schrijven. Ik ken Bas via zijn zoon Jip, met wie ik vaak wielren. Een paar weken geleden werd ik lid van Nuwanda.
Toen ik voor het eerst een onlinebijeenkomst van Nuwanda meemaakte, had ik sinds de middelbare school amper geschreven. We kregen de corona-opdracht en dat was best spannend. Maar ik ben best tevreden met m’n eerste verhaal in tijden.
Het gaat over mijn koffiezetapparaat en de kraan. Het koffiezetapparaat ergert zich aan het geklaag van de kraan, die er van baalt dat-ie zo vaak wordt gebruikt. Er heerst corona en dan wassen mensen nou eenmaal heel veel hun handen. De kraan klaagt daarover omdat-ie bang is om besmet te raken nu-ie zo vaak wordt aangeraakt. Het koffiezetapparaat en de kraan zijn op hun manier klaar met corona. En ik eigenlijk ook wel.’’
Voorpublicatie coronaverhaal Bram:
Het virus onder de dingen… Het is buiten nog donker maar ik ben alweer aangezet. Het opstaan was nooit een probleem, tot het coronavirus zich verspreidde. Mijn Italiaanse familia had me al gewaarschuwd voor meer werk maar zo veel meer espresso zetten is orrible. De druk op mijn leidingen is door het nieuwe normaal hoog opgelopen. Haalden ze hun koffie maar weer bij dat Senseoding op school…’