Resiliency Labs

Kweekvijver voor veerkrachtige professionals

geplaatst in: Blog | 0

De Resiliency Labs in het Global Project and Change Management-curriculum van Windesheim

Studententijd meest stressvolle tijd

Ik studeerde in de jaren negentig af en mijn generatie omschrijft de studententijd vaak als ‘de mooiste tijd van ons leven.’ Verschillende onderzoeken over de mentale gezondheid van de jongeren van nu schetsen een ander beeld; een studententijd ‘als de meest stressvolle tijd van je leven.’ Tijdens de derde lockdown werd voor het eerst de zogenoemde Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik van Studenten[1] uitgevoerd onder ruim 28.000 studenten. Uit dat onderzoek bleek dat meer dan de helft van de studenten (51 procent) psychische klachten ervaart. Bij 12 procent daarvan zijn de psychosociale klachten zo ernstig dat een professionele behandeling nodig is.

Zelf drong de ernst van deze problematiek voor het eerst tot me door tijdens mijn lessen Professional Pitching and Presenting voor de opleiding Global Project and Change Management, een honoursprogramma van Windesheim. Dit was gedurende de derde lockdown in het voorjaar van 2021 en een van de opdrachten was dat studenten een persoonlijk verhaal moesten schrijven over een moment in hun leven dat ze iets moeilijks hadden overwonnen. De verhalen schokten me omdat er relatief veel verhalen gingen over trauma’s met psychosociale klachten als gevolg.

Ik nam contact op met de opleidingsmanager, Lineke Stobbe, om de nazorg te borgen. Lineke had mij gerust kunnen stellen door te zeggen dat ze mijn zorg zou overdragen aan de drie kundige student counselors[2] waar studenten bij terecht kunnen als ze problemen ondervinden tijdens hun studie. Maar in plaats daarvan erkende ze dat ze dezelfde zorg had over de staat van de mentale gezondheid van studenten. En Lineke kwam met een wedervraag: ‘Zijn jonge mensen van nu minder veerkrachtig?’

Al pratend kwamen we erop dat het misschien wel zo is dat het toenemende aantal jonge mensen met psychische problemen een gedateerde veronderstelling over veerkracht blootlegt, namelijk dat het iets is wat je in je eigen tijd wel leert. En er kwam een nieuwe vraag op: is het eerlijk om van deze generatie te verwachten dat ze veerkrachtig leren zijn buiten hun opleidingen, terwijl zij veel meer dan wij opgroeien in de zogenaamde VUCA-wereld[3] met veel dreigende problemen? Bereiden we hen wel goed voor op de toekomst als we geen aandacht besteden aan veerkracht?

Uiteindelijk stelde Lineke dat het mooi zou zijn als het versterken van veerkracht een plek zou krijgen in het curriculum. Global Project and Change Management leidt per slot van rekening project- en change managers op die als professional bezig gaan met het behalen van de VN-duurzaamheidsdoelstellingen. Aangezien het veranderende klimaat een grote uitdaging is voor de huidige en komende tijd, hebben we wendbare professionals nodig die stevig in hun schoenen staan. Hoewel ik de urgentie van Linekes visie begreep, vroeg ik me ook hardop af hoe dit er in de praktijk uit zou moeten zien en Lineke stuurde me er op uit om daar een antwoord op te vinden. Dit was het startpunt voor mijn onderzoek naar hoe we het ontwikkelen van veerkracht zouden kunnen inbedden in het GPCM-curriculum.

Draaglast versus draagkracht

Voor mijn onderzoek sprak ik met de student counselors en docenten van GPCM, met de coördinator studentenwelzijn van Windesheim, een decaan en onderzoeker Jolien Dopmeijer. Zij was net gepromoveerd op een onderzoek naar studentenwelzijn met de veelzeggende titel Running on Empty: The Impact of Challenging Student Life on Wellbeing and Academic Performance.[4] In haar proefschrift introduceert zij het begrip sense of belonging, waarover ze het volgende zegt: ‘De mate waarin een student zich thuis voelt binnen een hogeschool of universiteit kan het meest bijdragen aan het bevorderen van studentenwelzijn, waarbij de ervaring van je thuis voelen het vermogen van de student verbetert om te leren omgaan met het veeleisende studentenleven en daarmee kunnen burn-out klachten worden voorkomen.’

Verder interviewde ik veel GPCM-studenten, zowel diegenen die met hun mentale gezondheid hadden geworsteld en hun studie weer hadden opgepakt als studenten die waren uitgevallen. Het beeld dat uit deze gesprekken naar voren kwam, was dat door de prestatiedruk de balans tussen draaglast (vaak de combinatie van school en werk) en draagkracht zoek was. In mijn gesprekken met studenten die sterker uit een persoonlijke crisis waren gekomen, kwam naar voren dat voor het herstel een warm netwerk van mensen beschikbaar was bij wie ze terecht konden met hun verhaal. Onderzoek bevestigt dat bij veerkrachtige studenten minder vaak psychische klachten voorkomen. [5]

Het onderzoek naar hoe veerkracht in het curriculum in gebed kan worden, maakte het volgende duidelijk:

– Zowel docenten als studenten ervaren een te grote nadruk op presteren waardoor het plezier van het leerproces ondergesneeuwd raakt.

– Al voor de komst van de coronapandemie was er sprake van een toenemend aantal studenten met psychische problemen; deze werden vooral individueel begeleid. Zowel docenten als studenten geven aan dat er behoefte is aan meer verschillende vormen van studentondersteuning. Niet alleen individueel wat een toenemende werkdruk geeft op de student counselors maar ook meer groepsgewijs waardoor studenten ook elkaar leren ondersteunen.

– Het narratief rondom studentenwelzijn is in het algemeen nogal probleem- en oplossingsgericht, en in zekere zin ook prestatiegericht; het is vooral bedoeld om studenten weer prestatie gereed te maken. Het versterken van draagkracht is niet of nauwelijks in beeld. Er wordt pas ingegrepen als er problemen zijn. Om dit fenomeen duidelijk te maken gebruikte ik de metafoor van een boom. Binnen het huidige onderwijs is er veel aandacht voor de stam en takken (de professionele ontwikkeling) en de relatie met de wereld (de bladeren en het fruit) maar veel minder aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling (de wortels).

Resiliency Labs

Op basis van de uitkomsten van mijn onderzoek hebben we de zogenaamde Resiliency Labs ontwikkeld, als onderdeel van de Personal and Professional Development-leerlijn in het GPCM-programma, waarin studenten werken aan studievaardigheden en persoonlijk leiderschap. Het idee achter de werkvorm is dat iedereen in een kleine groep (maximaal 10 eerste-en tweedejaars) de kans krijgt om met een zelfgekozen verhaal de toon te zetten voor de inhoud van het gesprek.

In deze Labs is het thema veerkracht leidend. Studentbuddy’s zouden in de Resiliency Labs kleine groepjes van tien eerste en tweedejaars begeleiden, een uitgelezen kans meenden wij, om ervaring op te doen als aanstaande projectmanagers met groepsdynamiek en persoonlijk leiderschap. Wij zouden ze vanzelfsprekend begeleiden om dat te kunnen doen.

Eerste en tweedejaarsstudenten worden in de Resiliency Labs gemixt, zodat eerstejaars gebruik kunnen maken van de kennis en ervaringen van de tweedejaars. De rest van het PPD-programma bestaat uit het uitvoeren van een persoonlijk project. Voor deelname aan de Resiliency Labs krijgen studenten 1 van de 4 studiepunten voor PPD per semester. Elke donderdagochtend van 9.30 tot 12.00 is nu vrij geroosterd voor Resiliency Labs. Om de Resiliency Labs goed te kunnen inbedden, werden de student buddy’s onderdeel van het designteam dat verder bestond uit de counselors, Lineke en ikzelf.

Uitdagingen en beproevingen

Zoals te verwachten als je gaat pionieren met een nieuwe vorm, ging het daadwerkelijk implementeren van de Resiliency Labs niet zonder slag of stoot. Allereerst moesten we al doende uitvinden hoe het werkte. We moesten goed uitleggen waarom we het thema veerkracht zo hoog op de agenda hadden gezet en het begrip veerkracht met de studenten uitdiepen en dat bracht ons weer in de rol van docent, van zender, terwijl ons doel was om de ruimte te faciliteren waar studenten elkaar zouden gaan steunen. Voor ons als designteam was de uitdaging dus om de precieze vorm los te laten en ruimte te maken voor de inbreng van studenten zelf.

De tweedejaars waren gewend dat ze een programma kregen dat ze volgden en een deel van hen was kritisch: waarom moesten ze verplicht ‘veerkrachtvaardigheden’ gaan ontwikkelen? Iets wat ze in hun vrije tijd ook wel zelf konden doen. Maar een groot deel van de tweedejaars en vooral de eerstejaars studenten waren overwegend positief.

De grootste beproeving was vlak voor de herfstvakantie, na een tweede sessie waarin we de studenten hadden aangezet om te dromen over hoe de inhoud van de Resiliency Labs eruit zouden zien. De eerste sessie waren ze met fantastische ideeën gekomen, bijvoorbeeld om de toon voor de bijeenkomsten te zetten vanuit de verschillende culturen en achtergronden van de studenten zelf, met bijvoorbeeld Spaanse muziek of Bulgaarse dans of samen gerechten delen en daar een verhaal over vertellen. De tweede sessie echter ondermijnde een kritische groepje studenten het verzamelen van ideeën. Sommigen van hen zeiden zelfs: ‘Dit is een waste of time’. Ik ben veel te druk met studeren om met veerkracht bezig te zijn.’ De student buddy’s raakten meer en meer gedemotiveerd. Als begeleiders maakten we ons ook zorgen hoe we verder moesten nu het aanvankelijke enthousiasme van het merendeel van de studenten leek te dalen. Als veerkracht een spier is, dan hadden we tegen de tijd dat de herfstvakantie begon allemaal spierpijn.

Resiliency Labs: versterken van gemeenschapszin

Na de herfstvakantie kwamen we er met de student buddy’s op uit dat de vorm van de Resiliency Labs aangepast moest worden. Vanuit de studenten waren er genoeg ideeën voor de inhoud van de Resiliency Labs voor de rest van het semester. Maar het aanvankelijke idee om dit in kleine groepen uit te voeren, zagen de student buddy’s niet zitten, vooral vanwege de aanwezigheid van de kritische studenten. Wel wilden ze verantwoordelijkheid nemen voor het organiseren van workshops en zij kwamen met het idee dat studenten zich konden inschrijven voor twee tot vier workshops gelinkt aan veerkracht. Deze workshops waren heel divers, en hadden onderwerpen die studenten zelf belangrijk vonden: climate grief, verschillende vormen van dans, muziek en beeldende kunst en workshops in de natuur.

In de beeldende kunstworkshop leerden de studenten van een kunstenaar met verschillende materialen te experimenteren, twee studenten uit Bulgarije gaven een workshop Bulgaarse volksdans, twee studenten uit het derde jaar deelden hun inzichten over climate grief en er ontstond een gesprek over de ervaringen van studenten zelf.

Door de ervaringen met de aangepaste vorm van de Resiliency Labs sloeg de ondermijnende kritische stemming al snel om naar positief. Een van de deelnemende studenten verwoordde het mooi: ‘Ik realiseerde me dat ik alleen maar bezig was met leren en presteren en ervoer veel stress. Door workshops te doen die me uit mijn comfortzone haalden, zoals een kunstworkshop, leerde ik dat het niet uitmaakt of ik dat nu kan of niet. Het gaat erom dat ik meer ben dan een presterende student.’

Aan het einde van het semester gekomen, kijken we als designteam tevreden terug. De counselors merken dat er steeds minder studenten voor individuele vragen over studieproblemen bij hen komen. Blijkbaar lossen studenten hun problemen meer onderling op. En wat we vooraf niet hadden kunnen bedenken was dat de hele community van Global Project and Change Management betrokken raakte bij het vormgeven van de Resiliency Labs; derdejaars studenten wilden graag een workshop verzorgen, maar ook docenten, alumni en zelfs oud-docenten, die allemaal hun ervaringen wilden delen over wat hen veerkrachtig houdt. Voor het opleiden van veerkrachtige, wendbare projectmanagers die zijn voorbereid op de uitdagingen van de complexe wereld die ze gaan betreden, zo leerden wij in de dagelijkse praktijk van ons onderwijs, vormt een sense of belonging een belangrijke voorwaarde voor het ontwikkelen van veerkracht.

Als een student zich thuis voelt en beter nog, zich mede-eigenaar voelt van het bouwen aan een sterke gemeenschapszin, dan snijdt het mes aan twee kanten. In Zuid-Afrika hebben ze daar een mooi begrip voor, Ubuntu: ‘ik ben omdat wij zijn’. Als ik veerkrachtig ben, draag ik bij aan de veerkracht van mijn gemeenschap.

Artikel verscheen in Vakblad Project Management

https://www.kwdrm.nl/onze-kennis/vakblad-projectmanagement/archief/vakblad-projectmanagement-nr-18/

Henny Portman schreef er een recensie over:

https://hennyportman.wordpress.com/2023/01/25/recensie-vakblad-projectmanagement-en-agilemanagement-nr-18-2023/

[1] Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten hoger onderwijs. Deelrapport I. Mentale gezondheid, J. Dopmeijer, J. Nuijen, M. Busch, N. Tak, 2021

[2] Student counselors van de opleiding zijn GPCM zijn geen docent, zoals vaak het geval is bij hbo-opleiding (de studieloopbaanbegeleider). Zij richten zich volledig op de begeleiding en ondersteuning van studenten in hun persoonlijke en professionele ontwikkeling.

[3] VUCA is een acroniem voor Vluchtig Onzeker Complex en Ambigu– voor het eerst gebruikt in 1987, gebaseerd op de leiderschapstheorieën van Warren Bennis en Burt Nanus

[4] Jolien Dopmeijer, Running on Empty: The Impact of Challenging Student Life on Wellbeing and Academic Performance, 2021

[5] Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten hoger onderwijs. Deelrapport I. Mentale gezondheid, J. Dopmeijer, J. Nuijen, M. Busch, N. Tak, 2021

Volgen Marita Coppes:

Weaver of stories for change

Ik weef verhalen voor verandering.

Laatste berichten van

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.