Door: Gert Kramer
Schrijfster Marita Coppes (47) is bestuurslid van Zutphen Literair en een van de drijvende krachten achter de schrijfwedstrijd. Zij debuteerde op de kop af drie jaar geleden met De laatste verhalenweefster, een familieroman die speelt Guatemala.
Waarom hebben jullie een schrijfwedstrijd voor jongeren in de steigers gezet?
Marita Coppes: ,,Schrijven is populair onder jongeren, dat doen ze graag en veel. Wij willen jonge schrijvers uit Zutphen en omgeving een mooi podium bieden. Dat schrijven populair is onder jongeren, merken we wel bij Nuwanda. Dat is een schrijfclub voor jeugd die ik samen met Bas Steman heb opgericht. Steeds meer jongeren komen daar aanwaaien.’’
,,Jongeren gaan meer schrijven vanwege corona. Ze voelen zich toch gekooid door de pandemie en hebben behoefte om hun gevoelens van zich af te schrijven. Hun frustraties of dat ze zich ongelukkig voelen. Maar ze schrijven ook beschouwende verhalen, over hoe hun wereld is veranderd vanwege corona. Dat doen ze in een dagboek, maar ook bijvoorbeeld in songteksten of gedichten.’’
,,Ik merk dat aan mijn dochter Minne, die nauw betrokken was bij de oprichting van Nuwanda. Zij schrijft ook volop, vooral in haar dagboek. We denken dat er veel moois wordt geschreven door de jeugd. We willen daar graag iets mee doen en jongeren stimuleren. Vandaar de schrijfwedstrijd.’’
Een kort verhaal mag maximaal 1000 woorden lang zijn. Maar verder kent de wedstrijd geen beperkingen
Marita Coppes, Stichting Zutphen Literair
Mogen de jongeren zich helemaal uitleven voor de wedstrijd?
,,Er zit wel een grens aan. Een kort verhaal mag maximaal 1000 woorden lang zijn. Maar verder kent de wedstrijd geen beperkingen. Je kunt schrijven en insturen wat je wilt. Een belevenis, een omschrijving van jouw gevoelens, een blik op de wereld… Wees zo creatief mogelijk, zou ik zeggen. Je kunt daarnaast een gedicht insturen in plaats van een kort verhaal. En je mag ze ook allebei insturen.’’
Je zou jou kunnen omschrijven als een ‘laatbloeier’: jij publiceerde pas drie jaar geleden voor het eerst iets als schrijfster. Had jij als tiener nooit de behoefte om jouw teksten de wereld in te sturen?
,,Nee, eigenlijk niet. Ik begon op mijn tiende al in een dagboek te schrijven. Ik had een goede vriendin die ook fanatiek een dagboek bijhield. Van m’n tiende tot m’n 26ste las ik haar mijn dagboeken voor en las zij die van haar voor aan mij. Tot in de intiemste details. We waren een beetje elkaars klankbord. Al voorlezende kwamen we er allebei achter wat in onze teksten wel werkte en overkwam en wat niet.’’
,,In mijn jeugd waren er nog geen schrijfclubs. En geen internet. Je kon niet even makkelijk zoeken op ‘schrijfwedstrijd’ bijvoorbeeld. Pas rond mijn dertigste begon bij mij een beetje de drang te komen om iets te gaan doen met wat ik schreef. Toen volgde ik een schrijfworkshop en daar werd ik aangespoord om te gaan publiceren. Dat resulteerde uiteindelijk in mijn roman.’’
Winnaars krijgen geldprijs en optreden in Literair Café
Voor de jonge schrijvers van het beste korte verhaal en gedicht ligt een geldprijs van 250 euro klaar. Daarnaast krijgen zijn een gastoptreden in het Literair Café dat de stichting Zutphen Literair binnenkort weer hoopt te kunnen houden. De nummers twee van Stijl Achterover ontvangen een prijs van 50 euro. Het is de bedoeling dat de schrijfwedstrijd jaarlijks wordt gehouden.
De inzendingen worden beoordeeld door een driekoppige jury. Die bestaat uit Josha Zwaan (auteur van onder andere Parnassia en docent aan de Schrijversvakschool), Hanz Mirck (schrijver en dichter, docent Nederlands aan het Veluws College Walterbosch in Apeldoorn en docent aan de Schrijversvakschool) en Dietske Geerlings (schrijver en dichter en docent Nederlands aan het Baudartius College).
